Wim Gorissen: Radicalisering tegengaan? Pas kennis toe in dialoog
Jeugdprofessionals worden regelmatig geconfronteerd met polarisatie en radicaliserende jongeren. Een pluriform team kan hen helpen om daarmee om te gaan; kennis over radicalisering vinden ze op het nieuwe Platform JEP. Maar dat is niet voldoende. Pas als professionals hun kennis en ervaring toepassen in dialoog met de jongeren zelf kunnen ze hun ontwikkeling ondersteunen en hopelijk radicalisering voorkomen.

Professionals komen in de praktijk regelmatig botsende waarden tegen. Een bekend voorbeeld is de zaak van een Turkse jongen die geplaatst werd in een pleeggezin met twee lesbische pleegouders. Zelfs de Turkse regering bemoeide zich met de kwestie.
Botsende waarden doen zich ook minder zichtbaar voor. Bijvoorbeeld bij een scholier die zich gediscrimineerd voelt en - mede daardoor? - een extremistisch gedachtengoed aanhangt. Of een strengreligieuze jongere die scherp en agressief homoseksualiteit afwijst. Dan kun je als professional misschien niet meer uit de voeten met wat je in je opleiding hebt geleerd.
Groeiende intolerantie
Nieuw zijn die botsingen niet. Maar in de vorige eeuw ging het vooral om rekening houden met de culturele eigenheid van burgers en om de cultuursensitiviteit van de hulpverlening. Het vraagstuk is verschoven naar hoe om te gaan met de groeiende - soms radicale - intolerantie tussen partijen. Daarbij gaat het om groepen die veel belang hechten aan wat ze beschouwen als hun religieuze, culturele, etnische, nationale of ideologische identiteit. Dat verdraagt zich moeizaam met de verdraagzaamheid en tolerantie die nodig is in een pluralistische samenleving.
Professionele eenzaamheid
Cultuursensitief werken in een team met voldoende kennis over verschillende culturele groepen - en liefst ook met een pluriform medewerkersbestand - is nog steeds relevant
Het is belangrijk dat professionals in de dialoog met deze jongeren exploreren wat voor hén het belangrijke probleem is.
In het rapport Weerbare jongeren, weerbare professionals wijst Naima Azough daarnaast op de handelingsverlegenheid en professionele eenzaamheid die jeugdprofessionals kunnen ervaren als ze worden geconfronteerd met botsingen tussen extreme waarden van individuele jongeren en de dominante waarden in de samenleving en van henzelf. Professionals voelen zich daarin vaak alleen staan, door gebrek aan steun, aan erkenning van de problematiek en aan aandacht voor gemeenschappelijke waarden vanuit hun organisatie. Het Platform Jeugd preventie Extremisme en Polarisatie (JEP) is onlangs opgericht om professionals en hun leidinggevenden hierin te ondersteunen en iets aan die professionele eenzaamheid te doen.
Samen lerend doen wat werkt
Het versterken van de kennis en steun in teams en organisaties alleen is echter niet voldoende. De beschikbare kennis, ook die over radicalisering, is namelijk niet altijd één-op-één toe te passen bij het individu dat je voor je hebt. En we weten weliswaar dat een verstoorde identiteitsontwikkeling een belangrijke rol speelt bij radicalisering, maar er zitten belangrijke lacunes in onze kennis over wat effectief is in preventie van en omgaan met polarisatie en extremisme.
Daarom is het belangrijk dat professionals in de dialoog met deze jongeren exploreren wat voor hén het belangrijkste probleem is, en dat verbinden met de beschikbare wetenschappelijk kennis en praktijkervaring van henzelf en hun collega's. In die dialoog kunnen ze ook 'lerend' werken door steeds met de jongere én in het team evalueren of hun aanpak gewerkt heeft. Zo verbinden we innoveren en experimenteren met het gebruik van wat we al wel weten. Met andere woorden: samen lerend doen wat werkt.
Deze blog van Wim Gorissen verscheen eerder op Kennisnet Jeugd.