Nora el Abdouni: ‘Multicultureel vakmanschap is voor jongerenwerkers noodzakelijk’
Nora el Abdouni is sociaal hulpverlener, trainer en adviseur van migranten- en biculturele gemeenschappen. Ze richt zich op preventie van criminaliteit, radicalisering en seksuele grensoverschrijding. Professionals die met jongeren werken leert ze gebruik te maken van multicultureel vakmanschap. ‘Je moet je eigen cultuur en die van de ander begrijpen.’

Voor Nora el Abdouni is het een opvallend feit: in de GGZ is de groep Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse, Surinaamse jongeren oververtegenwoordigd ten opzichte van de basiszorg. ‘Dit is de omgekeerde wereld. Normaal gesproken wordt de GGZ er pas bijgehaald als wijkteams een jongere zelf niet meer op kunnen vangen.’
El Abdouni heeft hier wel een verklaring voor. ‘Hulpverleners en de multiculturele groep hebben vaak een andere manier van communiceren. Ouders in deze groep zeggen bijvoorbeeld soms ‘ja’ terwijl ze ‘nee’ bedoelen. Beide kanten hebben ook een andere visie op hoe direct je de ander aanspreekt.’ Ze ziet hoe hulpverleners vaak moeite hebben om uit hun eigen referentiekader te komen.
Culturele botsing
Op een school waar El Abdouni werkte als schoolmaatschappelijk werker, had een Turks meisje een naaktfoto van zichzelf aan een jongen gestuurd, die deze vervolgens op internet verspreidde. ‘Het meisje vertelde dit aan haar vrij opgevoede docente. Deze was ervan overtuigd dat de vader van het meisje haar zou slaan en besloot niets tegen de ouders te zeggen.’ Het meisje, vertelt El Abdouni, bleef hierdoor echter chantabel. ‘Zo’n jongen blijft keer op keer geld of seks vragen om niets te vertellen.’ Toen El Abdouni het verhaal hoorde greep ze in. Met behulp van een tante die het meisje vertrouwde, werden de ouders ingelicht. ‘Ze waren boos, maar ze waren pas echt kwaad geworden als ze er uiteindelijk achter waren gekomen en ze hadden van niets geweten.’
Dit is een voorbeeld van een ‘culturele botsing’, aldus El Abdouni. ‘De docente kón zich niet voorstellen dat de situatie binnen het systeem van het meisje geaccepteerd zou worden. Soms is het goed om je eigen normen en ideeën los te laten en je voor te stellen wat de jongere voelt en nodig heeft.’ Om dit te kunnen doen hebben professionals tools nodig, legt El Abdouni uit. ‘Je moet je eigen cultuur en die van de ander begrijpen, weten wat je praktisch moet doen. Je hebt iets gesignaleerd: hoe duid je dit en wat is de volgende stap?’ Dit, aldus is El Abdouni, is multicultureel vakmanschap.
Maak je rol duidelijk
El Abdouni vindt dat vooral docenten een essentiële taak hebben als het gaat om preventie van radicalisering. ‘Veel docenten zeggen: “Dat is mijn taak niet.” Maar het is wél je taak, want je hebt jongeren onder je hoede die begeleiding nodig hebben. Je moet daarom ook de voedingsbodems kennen van polarisatie en radicalisering.’ Ze somt op: ‘De communicatie tussen ouder en kind is niet goed. Een kind voelt zich niet geaccepteerd in de maatschappij, wordt gepest of buitengesloten. Als je dit signaleert, maak dan je rol duidelijk voor jezelf. Besteed aandacht aan wat jongeren bezighoudt.’
Vraag ze bijvoorbeeld wat ze vinden van de stigmatisering van Marokkaanse jongeren in Nederland, stelt El Abdouni voor. ‘Veel jongeren worstelen hiermee. Dit geldt ook voor witte Nederlandse jongeren die worstelen met hun identiteit, zich achtergesteld voelen en soms extreemrechtse uitlatingen doen. Voor hen zijn dit soort dingen heel belangrijk: gezien en gehoord te worden in de wereld waarin zij leven, even wat ruimte en aandacht krijgen. Het voorkomt dat ze zich vervreemd gaan voelen van hun omgeving.’
Vragen stellen
De jongeren waar El Abdouni zich het meeste zorgen over maakt, zijn de jongeren die geen positieve rolmodellen hebben. ‘Die schuiven de verantwoordelijkheid voor hun toekomst af op anderen, zeggen dat ze “toch geen kansen krijgen”. Dit zijn ook de jongeren die heel gevoelig zijn voor een bepaald soort boze reactie op (sociale) media: vlogs, rappers.’ Als zo’n jongere grensoverschrijdend gedrag laat zien, zoals fysiek geweld, moet volgens El Abdouni de politie worden ingeschakeld. ‘Maar zolang jongeren alleen nog dingen roepen, kun je veel bij ze bereiken door ze te erkennen.’
Zo hoorde El Abdouni in een training een jongen zeggen dat hij wel snapte dat jongeren naar Syrië afreizen. ‘Hij zei: “Ze krijgen allemaal dikke auto’s, geld. Als je een echte moslim bent, doe je dat.” Ik ben serieus ingegaan op zijn opmerking, heb het concreet gemaakt. “Hoe pak je dat dan aan?” vroeg ik. “Je kunt dan niet meer naar school.” Met de hele groep zijn we het gesprek aangegaan. “Je bent gek man,” zei een andere jongen. Uiteindelijk vond hij het zelf ook niet zo’n goed idee.’
El Abdouni ziet dat sociaal werkers vaak in een kramp schieten als het over radicalisering gaat. ‘Dat is zonde. Je bent niet voor niets professional: je hebt veel kennis en kunde in huis.’ Ze raadt professionals aan om hun eigen kunnen niet te onderschatten. ‘Blijf ook je onderbuikgevoel serieus nemen. Als je ergens geen goed gevoel over hebt, vraag dan iemand anders mee te kijken.’