Miemoent el Fakih: “Door BigSis motiveren meiden elkaar om het beter te doen”

Migrantenvrouwen in Amsterdam Nieuw-West die tegen problemen aanlopen, kunnen sinds 2001 terecht bij Nisa for Nisa (‘Vrouwen voor vrouwen’). Sinds 2008 is er onder de vlag van Nisa for Nisa ook een groep voor hun dochters: BigSis. Miemoent el Fakih is hiervan directeur. ‘BigSis is gericht op preventie. De meiden zijn een soort lotgenotengroep, ze motiveren elkaar.’

Bij BigSis worden op dit moment ongeveer 17 meiden begeleid. Dit gebeurt door één jongerenwerkster, met hulp van stagiaires. ‘Het aantal meiden kan in de loop van het jaar nog oplopen,’ vertelt El Fakih. ‘We weigeren niemand.’ Ook Nederlandse meisjes zijn dus welkom, al melden die zich zelden aan. ‘Veruit de meesten zijn Marokkaans.’

Koken met je tante

Volgens El Fakih is het een unicum dat moeders en dochters onder één dak opgevangen worden. De dochters lopen daarbij tegen andere problemen aan dan de moeders. ‘De moeders worstelen met taalproblemen, huiselijk geweld. Hun dochters hebben last van problemen op school of stage, aanvaringen met loverboys, verslaving. Ook ontstaan er veel problemen door social media: de meiden sturen bijvoorbeeld pikante foto’s naar vriendjes die daar niet goed mee omgaan.’

Vaak zitten de meiden in de lastige situatie dat zij ‘tussen twee werelden’ leven. Thuis moeten ze bijvoorbeeld het ingetogen, brave islamitische meisje zijn dat geen vriendje mag hebben, terwijl ze buitenshuis dingen doen die niet in dat plaatje passen. Daarnaast hebben ze vaak het gevoel niet bij de samenleving te horen. El Fakih: ‘Ze vragen zich af: ben ik moslim, Marokkaanse, Nederlandse? Hoe ga ik ermee om als ik geen baan kan vinden omdat ik een hoofddoek draag?’ Over dit thema en allerlei andere onderwerpen regelt BigSis trainingen door externe coaches. Het project werkt hierbij samen met allerlei instanties en organisaties.

Naast deze wekelijkse trainingen is er nog een gezamenlijke avond: Koken met je tante. De meiden koken iedere vrijdagavond samen met een rolmodel (een bekende Nederlandse of een moeder) en bespreken daarbij alles waar ze tegenaanlopen, van schorsing van school tot liefdesverdriet. ‘Het is altijd gezellig. Er wordt veel gelachen, ook wel gehuild.’

Internet

Als de meiden het project binnenkomen, zijn het veelal pubers. El Fakih: ‘We willen zorgen dat ze geen onacceptabel gedrag vertonen, of gaan radicaliseren.’ BigSis heeft daarom een vertrouwenspersoon in dienst die getraind is om radicalisering te herkennen. Zij is ook betrokken bij de intake van de meiden. ‘Zij kan ongeruste ouders doorverwijzen naar BigSis, maar als het gedrag echt op radicalisering wijst dan kan ze ouders vertellen welke andere instanties ze kunnen benaderen.’

El Fakih ziet dat radicaliseringsprocessen worden beïnvloed door informatie via internet. ‘We hebben enorm veel voorlichting gegeven aan ouders over hoe internet voor radicalisering kan zorgen. We proberen hier preventief in te zijn en vertellen wat mogelijke signalen zijn.’ Een vader vertelde El Fakih bijvoorbeeld eens dat zijn dochter zich steeds op haar kamer opsloot. ‘Ze zat voortdurend op internet. Waar ze eerst een moderne meid was, liep ze plotseling in een ander gewaad, ging ze haram en halal praten. Dat zijn allemaal mogelijke tekenen.’

Op het moment dat ouders radicalisering opmerken, kunnen ze dit volgens El Fakih het beste bij de vertrouwenspersoon melden. Deze kan vervolgens eventueel een melding maken bij de overheid. ‘Gelang de aard van de radicalisering moet er een specialist bijkomen. Er zijn telefoonnummers die je daarvoor kunt bellen. Wij kunnen wel proberen met zo’n meisje te praten, maar ze zal op dit punt niet meer naar je luisteren. Hier is een ander traject nodig. BigSis is gericht op preventie.’

Opbloeien

Deze preventie bestaat eruit dat BigSis de meiden een plek biedt waar ze zich thuis voelen en waar ze altijd terecht kunnen. ‘Je ziet de meiden opbloeien als je ze complimenten geeft, koffie met ze gaat drinken als ze hulp nodig hebben, bij ze blijft zitten als ze flippen door teveel blowen. Dit zijn kleine dingen, maar voor dat meisje op dat moment iets heel groots.’ El Fakih ziet hoe de meiden in de loop van de tijd ouder en wijzer worden. ‘Door BigSis worden ze een soort lotgenotengroep. Ze motiveren elkaar om het beter te doen, ook met school en stage. Ze worden zekerder van zichzelf en krijgen doelen in hun leven.’

Binnen BigSis is het nooit gebeurd dat een meisje daadwerkelijk radicaliseerde. ‘De meiden die bij ons binnenkomen willen juist middenin de samenleving staan. We hebben hier zowel hoofddoeken als minirokken. Sommige meiden zie je wel orthodoxer worden terwijl ze hier komen, maar dat moet je niet verwarren met radicalisering.’ Soms zien de begeleidsters van BigSis grensoverschrijdend gedrag, zoals een meisje dat op school drugs dealt of seksuele diensten verricht voor geld. Het heeft volgens Miemoent El Fakih geen zin om op zo’n moment naar de politie te stappen, omdat het meisje zal zich dan zal afsluiten. ‘Met zo’n meisje gaan we in gesprek. We vragen haar waarom ze dit doet. BigSis is ervoor om denkwijzen om te draaien. Om de meiden meer waarde te laten te hechten aan zichzelf.’