Dit leerden jeugdprofessionals van de coronatijd

Sinds maart 2020 staat alles in het teken van corona waardoor de aandacht voor extremisme naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Dit roept de vraag op wat dit betekent voor het werk van jeugdprofessionals. Waar lopen zij tegenaan? En welke lessen kunnen bestuurders en beslissers daaruit trekken? Wij vroegen het onze landelijke expertpool die bestaat uit jeugdprofessionals die extremisme als aandachtsgebied hebben binnen hun organisatie.

jongere online
Beeld: ©Pixabay

Corona heeft veel infrastructuren plat gelegd. Maar niet de vorming van extreem gedachtegoed. Juist niet. Wereldwijd zitten en zaten veel jongeren thuis. Een groot aantal brengt meer dan gewoonlijk tijd door op internet.

Angst, onzekerheid, eenzaamheid, destabilisatie: het zijn ingrediënten waarvan we weten dat ze voedingsbodems voor radicalisering kunnen versterken.

Versnippering
Er komen ook steeds meer denkbeelden aan de oppervlakte waarvan professionals zich afvragen hoe ze ermee om moeten gaan. Van 5G als oorzaak van COVID-19 tot de flat earth scene. Ook zien we dat extremistische groeperingen COVID-19 in hun narratieven en propaganda hebben geïntegreerd. Voor de gemiddelde professional wordt het daarom moeilijker om dit bij te houden en er interventies op te plegen. De versnippering in extreem gedachtegoed maakt het lastiger om er grip op te krijgen.

Hoe weet je als jeugdprofessional wanneer extra aandacht nodig is voor de jongeren waarmee je werkt? En met welk (nieuw) gedachtegoed zij mogelijk in aanraking zijn gekomen? Dat kan alleen door je steeds opnieuw af te vragen wat er op dit moment relevant en/of urgent is. En te bedenken hoe dat de jongeren waarmee je werkt beïnvloedt. Denk aan hoe de coronamaatregelen nu, of een economische crisis later, invloed hebben op het welbevinden van jongeren.

De juiste vragen stellen
Dit betekent vooral dat het gaat om hóe je het gesprek voert. Dat je ongeacht het type extreem gedachtegoed de juiste vragen weet te stellen. Over deze competenties beschikken de meeste jeugdprofessionals. Op kennisniveau betekent het dan weer wel wat: professionals met radicalisering als taakaccent zullen zich telkens moeten verdiepen in wat het nieuwe extreem gedachtegoed inhoudt. Bij zorgen of vragen kunnen zij altijd van gedachten wisselen met het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE).

Van offline naar online
Door de coronamaatregelen moesten veel professionals thuisblijven. Zij konden niet fysiek afspreken met jongeren. Toch bleken daarin ook kansen te schuilen. Zeker nu jongeren op hun kamer uren achter elkaar online zijn. En ouders niet weten waar hun kinderen mee bezig zijn. Omdat veel jongeren actiever dan ooit zijn op sociale media en in games, bleek het zaak om juist daar te bewegen.

Dat vraagt dat je als professional weet en snapt hoe je online aansluiting kunt vinden bij je doelgroep. Om zo meer zicht te krijgen op (kwetsbare) jeugd. Op wat hen bezig houdt en wat hen drijft. Bewegen waar je doelgroep zich bevindt is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Online werken, je begeven op social media, contact zoeken via games: het vraagt deels om andere vaardigheden dan offline. Het is als organisatie belangrijk om hierin te investeren door je professionals hierin te (laten) coachen.

Kennis behouden
Radicalisering en extremisme worden gezien als wicked problems: problemen die voortdurend veranderen. Geen kop en staart hebben. Omgaan met een steeds veranderend vraagstuk vraagt veel van professionals. Veel kennis, veel expertise en een grote bereidheid om te leren.

Het is belangrijk dat organisaties deze mensen voor lange tijd aan zich weten te binden. De praktijk laat soms iets anders zien. Mensen met kennis van zaken vertrekken of worden elders geplaatst. Het gevolg? Kennis lekt weg bij organisaties. Als er weinig geïnvesteerd wordt in kennis en mensen, zijn organisaties onvoldoende in staat nieuwe uitdagingen op dit gebied het hoofd te bieden. Het borgen van opgedane kennis en kunde gaat niet vanzelf. Het is belangrijk om ruimte te geven aan pioniers en het enthousiasme en leermotivatie van mensen vast te houden. En er tegelijkertijd zoveel mogelijk voor te zorgen dat je als organisatie niet afhankelijk bent van slechts een paar professionals. Maar dat er binnen de hele organisatie bewustzijn is op de thema’s extremisme en radicalisering.

Urgentie moet worden gevoeld
Of het nu gaat om het sociaal of veiligheidsdomein: professionals geven aan dat de aandacht voor extremisme wegzakt. Onder een aantal bevlogen medewerkers leeft het thema wel. Zij zien zorgwekkende signalen, maar voelen zich een roepende in de woestijn. Het thema staat nog steeds niet continu op de agenda bij bestuurders en beslissers. De aandacht gaat nu, misschien begrijpelijkerwijs, ergens anders naartoe. Om verdere radicalisering en extremisme te voorkomen is samenwerking cruciaal. Dat kan alleen als samenspel tussen pioniers, jeugdprofessionals en betrokken bestuurders.